• Tekstgrootte:
  • A
  • A
  • A

Dorpen staan klaar in crisistijd

Veel dorpen blijken in crisissituaties direct in actie te komen en bieden inwoners een veilige, vertrouwde plek. Dat blijkt uit de landelijke peiling van de LVKK. Dankzij de deelname vanuit dorpshuizen en lokale besturen – waaronder ook uit onze provincies – ontstaat een helder beeld: dorpen willen bijdragen als noodsteunpunt, maar hebben daarvoor wel duidelijke afspraken en ondersteuning nodig.

Dorpen nemen initiatief wanneer het erop aankomt

Het is geen verrassing voor organisaties als de onze: dorpsgemeenschappen wachten niet af. In Zeerijp (Groningen) ging het dorpshuis al bij het eerste daglicht open na de aardbeving, nog vóór de gemeente een locatie vroeg. In Zaltbommel staat Pand 9 klaar als noodsteunpunt en vraagt de organisatie actief om ondersteuning in kennis en faciliteiten.

Deze verhalen staan niet op zichzelf. Uit de peiling onder inwoners en dorpshuisbesturen blijkt dat veel dorpen dezelfde bereidheid én dezelfde vragen hebben. De resultaten sluiten aan bij de plannen van het kabinet om in elke buurt en elk dorp een noodsteunpunt te ontwikkelen. De centrale vraag: wat verwachten dorpen zelf – en wat hebben ze nodig om dit goed te kunnen organiseren?

Wat dorpen zien als noodsteunpunt

Inwoners omschrijven een noodsteunpunt vooral als een plek waar je terecht kunt voor basisvoorzieningen zoals warmte en water, maar ook voor betrouwbare informatie en onderlinge steun. Veel ontmoetingsplekken vervullen deze rol nu al spontaan zodra er iets gebeurt.

Dorpen denken vooral praktisch:

  • Een veilige plek om elkaar te ontmoeten of tijdelijk op te vangen.
  • Een duidelijk aanspreekpunt voor inwoners en hulpdiensten.
  • Basisvoorzieningen die functioneren, ook als andere systemen uitvallen.

Maar veel besturen geven aan dat ze tijd, informatie en ondersteuning missen om dit goed voor te bereiden. Zoals een dorpsbestuurder uit één van de provincies zegt: “We hebben het er vaak over gehad, maar het ontbreekt ons aan tijd. Vooral het draaiboek: waar moet je aan denken?”

Wat dorpen nodig hebben: drie voorwaarden

Uit de peiling komen drie duidelijke randvoorwaarden naar voren:

  1. Praktische voorzieningen

Duidelijkheid over wat minimaal aanwezig moet zijn en wie dit levert: noodstroom, water, warmte, EHBO, communicatiemiddelen.

  1. Organisatie en coördinatie

Een helder en toepasbaar draaiboek, afspraken met gemeente of veiligheidsregio, en een lokaal aanspreekpunt.

  1. Communicatie en bereikbaarheid

Goede informatiekanalen, nood-wifi of radioverbindingen en aandacht voor kwetsbare inwoners die moeilijker bereikt worden.

Dorpen benadrukken vooral de menselijke kant: samenkomen, elkaar helpen en informatie delen die klopt.

Advies van de LVKK aan overheden en partners: sluit aan bij wat dorpen al kunnen

Samen met de LVKK roepen we organisaties op om de kracht van dorpen te benutten. Veel dorpshuizen en vrijwilligers doen dagelijks al wat een crisisorganisatie probeert op te zetten. Dorpen vragen niet om ingewikkelde structuren, maar om:

  • ruimte en vertrouwen om zelf het steunpunt vorm te geven;
  • duidelijke afspraken over rollen en verantwoordelijkheden;
  • praktische ondersteuning zoals noodstroom, communicatievoorzieningen en opvangcapaciteit;
  • samenwerking die uitgaat van bestaande gemeenschapskracht.

Door dorpen vroegtijdig te betrekken, ontstaat een realistischer, wendbaarder en mensgerichter crisisnetwerk. De beste noodsteunpunten bestaan vaak al – ze moeten alleen goed ingericht worden.

Dank aan alle deelnemers

Dank aan de dorpshuizen en vrijwilligers die hebben bijgedragen aan deze peiling. In totaal ontvingen we 45 reacties. Dankzij jullie inzichten kunnen we organisaties zoals ministeries en veiligheidsregio’s adviseren over wat dorpen nodig hebben om goed voorbereid te zijn.

Naar het overzicht
Webdesign: De Geus Internet